maandag 23 januari 2012

Raa(w)r

Waarom. Waarom ben ik zo anders. Ik snap het gewoon niet. Ik heb weinig contact met anderen uit de buurt en op de één of andere manier vind ik het heel fijn als iemand mij begeleid naar het eten, alsof ik bang ben dat er geen eten meer is en ik straks dood ga van de honger. Natuurlijk weet ik wel dat dat niet zo is, maar dat is het juist; waarom doe ik het dan? Waarschijnlijk is het in m’n jeugd misgegaan. Ik was erg vaak ziek (nu trouwens nog steeds). Toen ik nog maar een paar maanden oud was, werd er een schimmel bij mij geconstateerd. Twee maanden lang heb ik op een geïsoleerde afdeling gezeten. Bijna geen bezoek en als er dan bezoek kwam, werd ik zo enthousiast dat mensen bang van me werden en dus weer weg gingen. Na die twee maanden is het eigenlijk nooit meer goed gekomen. M’n hele jeugd was al voorbij, ik was inmiddels al bijna volwassen.

Ik heb nooit geleerd hoe ik sociaal moet zijn, ben weinig in contact geweest met mensen en daar voel ik nog steeds de gevolgen van. Ik zwerf meestal wat alleen op straat. Ik heb ook het idee dat anderen bang voor me zijn, alsof ik die agressiviteit die ik soms heb, uitstraal. Ik heb het wel geprobeerd hoor. Ik heb wel eens een tuinfeest gegeven voor de buurt en er kwamen ook zeker wel wat publiek, maar al snel liep het uit tot een chaos. En dat kwam natuurlijk allemaal door mij, omdat ik ‘per ongeluk’ uithaalde naar die zak van hiernaast…

Elke ochtend word ik buiten wakker. Meestal heb ik de avond ervoor een plekje onder een struik weten te bemachtigen, maar helaas heb ik ook heel vaak pech en slaap ik op de harde, koude straat. Als ik het licht binnen in mijn huis zie aangaan ren ik naar het raam waar ik zoveel mogelijk geluid probeer te maken. Soms zien ze me niet eens staan, dan voel ik me net als Remy; alleen op de wereld. Als ze me dan toch zien staan laten ze me snel binnen en dan begint het hele ritueel. Zonder dit ritueel voel ik mezelf niet, ben ik iemand anders. Ik weet niet, het voelt gewoon beter als ik het doe. Zoals ik al eerder heb gezegd wil ik altijd dat er iemand met mij meegaat als ik ga eten. Het komt heel vaak voor dat iedereen er lak aan heeft, maar ik ga echt absoluut niet alleen naar mijn eten. Ik maak net zoveel kabaal en lawaai tot ze met me meegaan. Dan kan ik tenminste lekker eten.

Wat ik eigenlijk nog gekker vind aan mezelf, is het feit dat ik eigenlijk helemaal niet in het huis wil wonen waar ik op dit moment woon. Het liefst zou ik op de straat willen leven, maar ik heb al vaak genoeg geprobeerd om m’n eigen eten bij elkaar te sprokkelen en dat is niet echt mijn sterkste punt… Meestal ben ik te laat en als ik het dan toch voor elkaar heb om iets te pakken te krijgen, weet ik niet hoe en wanneer ik het moet opeten. Daarom kom ik toch altijd maar terug naar dat huisje, daar staat het eten altijd voor me klaar.

En nog iets wat oh zo fijn is aan dat huis. Het bed. Heerlijk. Ik bedoel, als ik een fijn plekje vind onder een struik is ook prima, maar dat bed, niet te beschrijven zo lekker als dat ligt. En het fijne is ook dat ze me daar gewoon laten liggen, als ik ’s avonds maar weer opdonder, dan moet ik naar buiten. Maar de hele dag kan ik daar lekker liggen pitten en doen wat ik wil. Ik vind het bed heerlijk, maar vaak als ik net lekker lig te slapen, maken ze me wakker. Dan maken ze van die rare geluidjes (“koetsiekoetsiewoepsieboepsie”), ja, logisch dat ik daar wakker van word. En ze kennen mijn agressieve kant ook wel, oh, daar heb ik ze vaak kennis mee laten maken, maar toch willen ze maar niet luisteren. Als ze dan ook nog aan me gaan zitten, dan is de maat snel vol en voor ik het weet, heb ik weer naar ze uitgehaald. En als reactie daarop, gooien ze me er weer uit.

Daarom voel ik me dus zo anders dan de rest. Ik wil graag veranderen, maar ik denk altijd dat die verandering moet worden doorgezet door anderen, terwijl ík degene ben die zich raar gedraagt. Maar ik doe m’n best. En ik zet door… En op een dag, máák ik vrienden en ben ik de bink van de hele buurt! Maar eerst... Slapen.

Kat.

7 opmerkingen: